De Nederlander verliest volgend jaar gemiddeld 0,5 procent aan koopkracht. De groei van de Nederlandse economie zal uit komen op 0,5 procent, na een krimp van 1,25 procent dit jaar. De werkloosheid stijgt volgens de ‘nationale definitie’ naar 9,25 procent. Het begrotingstekort komt uit op 3,3 procent van het bruto binnenlands product.
Dat blijkt uit ramingen van het Centraal Planbureau (CPB) die zondag openbaar zijn gemaakt nadat ze via RTL Nieuws waren uitgelekt. De zogeheten Macro Economische Verkenning wordt normaal gesproken met Prinsjesdag, komende dinsdag, openbaar en is een berekening gebaseerd op de Prinsjesdagplannen van het kabinet.
De koopkrachtdaling valt relatief gezien mee, al komt die wel bovenop een koopkrachtdaling van 1,25 procent dit jaar. Bij de raming van augustus ging het CPB nog uit van gelijkblijvende koopkracht, maar daarin was het effect van het bezuinigingspakket van 6 miljard euro niet meegerekend. Het Nibud wilde zondag nog niet reageren op de koopkrachtcijfers. Het instituut voor budgetvoorlichting wil eerste alle cijfers kennen.
Tekort
Wel valt de economische groei verder tegen ten opzichte van eerdere ramingen, wat grotendeels het gevolg is van de 6 miljard euro aan bezuinigingen die het kabinet volgend jaar doorvoert. Dit voorjaar werd nog gerekend met een economische groei van 1 procent volgend jaar, inmiddels wordt dus uitgegaan van 0,5 procent.
Het tekort komt hoger uit dan de EU-norm, maar het kabinet heeft deze zomer afgesproken met Brussel om 6 miljard te bezuinigen en houdt het daar bij. Het tekort overschrijdt ook dit jaar de EU-norm en komt uit op 3,2 procent. Dat is weer ietsje hoger dan de CPB-berekening van vorige maand.
De staatsschuld stijgt volgend jaar verder, naar 76,3 procent. Volgens Europese afspraken moet die eigenlijk onder de 60 procent liggen. De omvang van de collectieve lasten als deel van het bruto binnenlands product stijgt ook verder, naar 40,8 procent.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl